Terugblik op Speak Up! 2017
Ik durf te wedden dat Prinsjesdag niet veel meer inhoud heeft voor de gemiddelde Nederlander dan dat Pinksteren heeft. De koning spreekt op deze dag het regeringsbeleid uit, maar eigenlijk draait het om het vorstelijke ritueel van het voorlezen, het aankomen met de koets en al het oranje eromheen. Op de site van de rijksoverheid wordt het gevoel van de dag goed samengevat door een foto met het onderschrift ‘Een oranjegek op Prinsjesdag met een oranje gebakje’. Wat een puur, leeg nationalisme! Misschien is Prinsjesdag wel de perfecte dag voor het culturele evenement Speak Up!, waar het wél draait om politieke inhoud.
Iedere drie maanden organiseert stichting Granate een avond vol dichterlijke voordrachten en korte films, een bijzonder fijne afwisseling, met als doel om podium te geven aan kunstenaars met een niet-Nederlandse achtergrond. De editie Speak Up! heeft een maatschappelijk randje: de dichters en filmmakers presenteren geëngageerd werk.
We mogen wel wat kritischer zijn, luidt de boodschap van Speak Up! En dan niet alleen in de arena’s die bestemd zijn voor debat, maar ook in de cultuursector. Er is genoeg om over in opstand te komen! En is kunst hier niet een prachtig instrument voor? De diverse artiesten van Speak Up! nemen kwesties zoals nationalisme, racisme, wit privilege, de vluchtelingenkwestie en ongelijkheid onder de loep. Het aankaarten van deze kwesties mag dan wel niet nieuw zijn, toch is de boodschap van het evenement niet mainstream. Maatschappelijke kunst wordt vaak alleen oppervlakkig als interessant beschouwd en niet toegelaten tot de Nederlandse definitie Cultuur met een hoofdletter C. Zie bijvoorbeeld de recensies van het NRC over kunstfestival Documenta in Kassel: ’Documenta heeft moreel goede bedoelingen, maar de kunst is zwak.’ Naar mijn mening belichaamt dit goed hoe erg Nederlanders zijn vastgeroest in hun vertrouwde patronen over wat mooi is.
Terug naar het evenement. Speak Up! vindt plaats in de Vondelkerk, een charmante kleine kerk in de Vondelbuurt (waar heel toepasselijk, alle straten naar dichters zijn vernoemd). De jonge Frank Keizer mag de spits afbijten met zijn politieke gedichten en hakt meteen het eerder genoemde nationalisme in de pan: ‘Het eten van zakken chips en nationalistisch sentiment. En ik eet, tot ik misselijk wordt’. Het is een evenbeeld van de oranjegek met het oranje gebakje die, eigenlijk, letterlijk nationalisme aan het eten is. Frank verbindt het individuele op unieke wijze met het collectieve en legt zo de machtsstructuren bloot die ons verscheidene ismes voeren. Nawal Mustafa krijgt als tweede het podium. De gesluierde Nawal heeft het over dat ze wordt getolereerd maar niet geaccepteerd en voegt hieraan toe ‘Ik probeer het alleen uit te leggen, niet met vingers te wijzen’. Wel legt ze hiermee kundig de vinger op de zere plek van witte fragiliteit, zonder het te benoemen. Dan begint de eerste film, Route Du Soleil van Karsten de Vreugd, een heftige film die je zowel laat lachen als huilen. Een absurde grap die een man uithaalt om zijn xenofobe vriend terug te pakken pakt verkeerd uit en een paar ongedocumenteerden zijn de dupe ervan. De feiten van de paspoortprivileges die wij genieten worden door de film keihard onder je neus gedrukt.
Tussendoor komt het ‘zeepkistmoment’ voorbij, een interactie met het publiek wat typisch iets is wat Granate zo speciaal maakt. Mensen uit het publiek worden uitgedaagd om zelf één minuut hun woorden te laten klinken. Diverse voordrachten komen voorbij, van over het leven in een rolstoel tot de voorschriften van omgang met anderstaligen. Een ander ‘Unique Selling Point’ van Granate is haar hartelijkheid, op dit evenement goed belichaamd door het overheerlijke rozenwaterijs met saffraan en pistache wat het publiek krijgt van ijsmaker en verhalenverteller Vittorio Desikan. Wanneer maak je zoiets nou mee op een cultureel evenement?
Vervolgens is dichter Jolies Heij aan het woord en ze sleept je mee door ‘een koffer vol geheimen en braakliggende beloften’. Vaardig recyclet ze hypnotiserende woorden tot je in een soort droom verdwaald. De korte documentaire Back to Dignity van Beri Shalmashi gaat over drie Jezidi meisjes. Na ontsnapt te zijn uit het Islamitische kalifaat waar ze keer op keer zijn doorverkocht als stuk vlees beginnen ze weer met het opbouwen van hun waardigheid in een vluchtelingenkamp. De film gaat in op waar jongeren allemaal recht op zouden moeten hebben: het hebben van een vooruitzicht in het leven en basale wensen zoals een toekomst met huis, familie en een leuke man. Dichter Joost Baars volgt en weeft filosofische elementen in zijn voordracht. Existentialisme komt de hoek om kijken en zijn woorden laten jouw eigen denkkader overpeinzen. De film Ein Prost van Noël Loozen zorgt voor een goede comic relief; het publiek kijkt lachend toe terwijl een hele rits aan oudere mannen in de rokersruimte van een zorggebouw bijeen komt en zingt. Het is een ode aan dat je er ook van moet genieten, aldus de filmmaker zelf.
Na de pauze gaan we verder met de film Broken Promise van Wiam Al-Zabari over het glazen plafond wat er op de loer ligt voor nieuwkomers in Nederland. De Afghaanse hoofdpersonen poseren op straat met dure auto’s om de hoge verwachtingen van achterblijvende familieleden te fabriceren terwijl hun realiteit hier ver van afstaat. Het stukje vrijheid wat ze hebben wordt krachtig geïllustreerd door dans. Jerry King Luther Afriyie, vooral bekend als anti-zwarte-piet-activist, ‘rebelleert tegen de knappe koppen’ en schotelt met zijn poëzie een ander paradigma voor met een kritische kijk op de status quo. Het toepasselijke gedicht ‘Wij zijn oranje’, waar hij het zoal heeft over de premier die zelf boodschappen doet, spreekt de zogenaamd objectieve gewoonheidscultuur van Nederland aan. Dan komt de laatste film, de ontroerende animatie Life is Beautiful van Ben Brand over anders zijn. Het anders zijn van de hoofdpersoon komt in de vorm van klein zijn. In zijn ogen worden andere mensen die op andere manieren anders zijn, wél geaccepteerd.
Huisdichter Nafiss Nia sluit het evenement af met haar warme stem en haar unieke kracht om emotie te scheppen. Ze bezint zich over het wachten, over leegte uit het water vissen, over het genot van de verkoudheid. De strofe ‘Iedere vezel van het gordijn valt in slaap’ vind ik vooral mooi in deze context omdat het me doet denken aan het in slaap gevallen volk. Maar met Speak Up! is het volk wakker geschud en heeft het volk zelf gesproken. Er wordt met het evenement een belangrijke slag gemaakt naar het inclusiever maken van gevestigde cultuur. Speak Up! legt de machtsstructuren bloot, niet alleen in inhoud, maar ook in vorm. En als de rituelen van prinsjesdag opium voor het volk zijn, dan is Speak Up! de rehabilitatie die je wakker schudt.
Maya Reus is student Midden-Oosten studies in Leiden. Ze heeft een voorliefde voor literatuur en culturele diversiteit. Opgegroeid in Amsterdam heeft ze een netwerk van cultureel geïnteresseerde jongeren om zich heen.