Ik ben de wind

Ik waak over een nachtelijke tuin,
over een volle maan en over het water.
Ik ben een nachtbraker,
in mij woedt een storm die voetstappen
achterlaat onder mijn oogleden.

Ik ben grijs, maar ook donkerrood,
een granaatappel, een mijnenveld.
Gisteren heb ik gehuild,
want de lucht is gebroken in duizend stukjes,
elk stukje is een levend wezen
wachtend op een herstel.

Hoe lang zal het duren voordat we eindeloos zijn,
voordat we op perfecte wijze
een beroep kunnen doen op een eeuwige bestemming,
een bestemming dicht bij het licht,
een bestemming ver van het licht.

Onze opdracht is beginnen met de bouw
van een grote tempel,
maar er nooit in slagen hem te voltooien.
Als schilders van de wind,
werken aan een oneindige expositie.

Er is geen klimaat voor ons,
we zijn te smal voor de regen en
te lang voor een schaduw.
Gisteren was ik een wolf, morgen een konijn,
vandaag ben ik de wind.

© Gershwin Bonevacia