Juni 2022

Bodemloos

We wandelden voorbij het tijdperk waarin je nog langs mijn
verwachtingen zuchtte. Ik ving de paardenbloempluisjes op
die in het vluchtige voorbij waaiden, met natte handen.
Waste ze later die avond van me af omdat ze bleven plakken.
In het afdruiprek bleven ze achter, wel vijf maanden.

Toon mij je tragische leven. In een opgekropte houding zit je, lijd je
en zelden heb je tijd om te voelen dat ik niet dieper graaf dan
bodemloos, bij je bittere buikkrampen beterschap beloofd.

Toon mij je tragische leven en ik zie dat in verworpen vruchten
meer schuilt dan alleen pitjes. Rottigheid of vers, we willen
allemaal die knapperige, nog glanzende granaatappel.

Mijn kruipen is tragisch.
De regel van mijn relatief is traag leven,
de regel van mijn absoluut wil ik nog niet weten.

© Yulai Smits

Klik hier voor het gedicht van eerdere maanden

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten.

Uw aanmelding voor onze nieuwsbrief is bevestigd!