November 2022

Rammelende getijden

Winter schuifelt nachtelijks langs het raam
haar glans als geschiedenis: de zachte granaatappel
in rode wangen, maar in duister oog rammelen, rammelen,
rammelen de gedroogde zaden van de dood

lief koraalkristal, bescherm ons van de vuile handen,
laat ons aan jouw zilver zuigen, aan de wolventanden bijten,
proef de rode dunne huid, geheimen van het paradijs

na zes maal zaden tussen vlees en tand vermalen
reist de zomer uit haar graf, vergraat en mager rammelt
zij de zonnestralen van zich af, en rinkelende zaden van
de appelgranaten uit hun schil. In het schone water groeien
de opgedroogde aderen weer groot, vereeuwigd stromend
vruchtvlees ons samen in het rood

© Jeroen van Wijk

Klik hier voor het gedicht van eerdere maanden

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten.

Uw aanmelding voor onze nieuwsbrief is bevestigd!